Column De Combinatie 5 juni 2025
Tien jaar geleden zat ik in het oog van de storm. Letterlijk. Ik werkte als nanny in Australië tijdens mijn tussenjaar en bevond me plots in het midden van cycloon Marcia. De wind gierde, bomen vlogen om, elektriciteit viel uit. Maar niemand raakte in paniek. Iedereen wist wat te doen. Binnen no-time zaten we met honderden mensen veilig in een sporthal, ingericht als opvangplek. Een plek waar je 24 uur kon schuilen met eten, water en hulp. Het maakte diepe indruk op me en het liet zien hoe belangrijk het is om voorbereid te zijn.
Gelukkig hebben we in Ridderkerk geen cyclonen. Maar we zijn ook niet gevrijwaard van risico’s. Denk aan wateroverlast, droogte, een hittegolf, een gaslek, een grote brand of in het uiterste geval: een overstroming. Dan rijst de vraag: waar kunnen wij als Ridderkerkers naartoe? Waar zijn onze schuilplekken?
Als GroenLinks Ridderkerk hebben we hierover onlangs vragen gesteld aan het college. Niet omdat we doemdenken, maar omdat we willen dat onze gemeente goed voorbereid is. Net als je weet waar de dichtstbijzijnde AED hangt of waar je naartoe gaat als je kind ziek wordt, zou je ook moeten weten waar je kunt schuilen als het misgaat. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt in een recent rapport dat gemeenten snel werk moeten maken van veilige schuilplekken. En niet alleen op papier. Ook inwoners moeten weten waar ze naartoe kunnen. Denk aan plekken als sportkantines, bibliotheken of wijkcentra – plekken waar mensen graag komen, en die vaak goed bereikbaar zijn. Dat klinkt misschien als een ver-van-je-bed-show, maar stel je voor: het is hartje zomer, 38 graden, en het rioolwater komt omhoog door een hoosbui. Of er is een gaslek in de wijk. Wat doe je dan? Waar ga je heen met je kinderen, je huisdieren, je zorgen?
In Australië werkte het omdat het onderdeel was van het dagelijkse bewustzijn. Daar weet elke inwoner van elke stad: hier moet je zijn als het misgaat. Die duidelijkheid zouden we in Ridderkerk ook moeten hebben. Niet omdat we bang zijn, maar omdat we willen dat áls het erop aankomt, we goed voor elkaar kunnen zorgen. Laten we met elkaar nu het gesprek voeren en niet pas als het te laat is. Schuilplekken zijn geen overbodige luxe of paniekreactie; ze zijn een vorm van zorg en voorbereiding. Zodat we, als het nodig is, precies weten waar we naartoe kunnen. En tot die tijd? Gewoon een geruststellende gedachte: we zijn er klaar voor.
Melindy Dirks Raadslid GroenLinks Ridderkerk